Mijnberg Schwerin
Vier themapaden leiden naar een aan de zon gewijde top: de berg van de voormalige mijn Graf Schwerin is tegenwoordig het hoogste punt van de stad Castrop-Rauxel - en een van de bekendste herkenningspunten in de regio. Dat komt niet in de laatste plaats door de toegankelijke zonnewijzer van de kunstenaar Jan Bormann bovenaan. In de loop van zijn transformatieproces heeft de afvalberg een behoorlijk bewogen geschiedenis achter de rug.
Samen met de mijnen van Erin en Viktor was de mijn van Graf Schwerin bepalend voor de ontwikkeling van de stad Castrop-Rauxel. Opgericht in 1872, werd in 1887 een cokesfabriek toegevoegd. Als gevolg van de mijnbouwcrisis werd het in 1967 gesloten. De tot dan toe gebruikte specieberg was oorspronkelijk opgestapeld in de vorm van een kegel, maar werd in 1976 door RAG opnieuw ontworpen. En zo succesvol dat de hoop in 1984 de "Federale wedstrijd voor voorbeeldig ontwerp van industrieterreinen" won. De Regionale Vereniging Ruhr, toen nog de Gemeentelijke Vereniging Ruhrgebied, nam vijf jaar later de Halde over - en richtte zich vanaf dat moment vooral op kunst. Het centrale element is het zogenaamde "Geokreuz": vier paden die de windstreken exact volgen. Twee vormen de "industriële as" met stalen trappen, twee de "natuurlijke as" met houten trappen. Ze leiden allemaal naar de top, waarvoor de beeldhouwer Jan Bormann een beloopbare zonnewijzer met 24 roestvrijstalen kolommen creëerde.
Vanaf de top van de berg kunnen bezoekers genieten van het uitzicht op de nabijgelegen mijn van Erin, maar ook verder: op de Florian Tower in Dortmund en de Hoheward-berg in Herten. Kunst in de openbare ruimte is niet alleen op de top te vinden, maar ook aan de noordrand van de hoop, waar Peter Strege in het brongebied van de Deininghauser Bach een "watertempel" heeft gemaakt van mijnbouwmaterialen. Het houten kunstwerk "Sinus Pergola" van Klaus Corzillius maakt het artistieke concept compleet.